Paul Vader, redacteur HZ Discovery

De HZ heeft recent twee nieuwe lectoren benoemd, Hans Cappon als lector watertechnologie en Jasper van Houcke bij de onderzoeksgroep Aquacultuur. Beiden werken vanaf het prille begin van het toegepaste onderzoek aan de HZ, zijn gepromoveerd naast hun werk als HZ-onderzoeker en waren coördinator bij hun onderzoeksgroep. Ze zijn daarmee de eerste lectoren die niet van buiten komen. Met zo veel overeenkomsten word je nieuwsgierig naar de verschillen. HZ-Discovery sprak de kersverse lectoren van eigen HZ-kweek onafhankelijk van elkaar en legde ze dezelfde vragen voor.

Wat of wie zie je in de spiegel bij het opstaan?

Hans: Meestal zie ik een slaperig hoofd van iemand die met moeite zijn bed uit is gekomen. Sinds een aantal jaar slaap ik minder goed dan vroeger. Ik sta ook het liefst alleen op. Ik moet eerst even wakker worden.

Jasper: Ik zie iemand met passie voor natuur, en daar graag iets mee wil doen, een redelijk ongeduldig persoon, maar wel een teamspeler die graag studenten en medewerkers betrekt bij de onderwerpen.

Was lector worden ambitie of toeval?

Hans: Dat was toeval. Je moet weten dat ik niet iemand ben die heel lang op dezelfde plek blijft. Na tien jaar bij de HZ gewerkt te hebben begon ik om me heen te kijken. Toen de HZ vroeg of ze me hier konden houden om Niels Groot op te volgen als lector heb ik ja gezegd.

Jasper: Dat ik na mijn studie bij de HZ terugkwam om hier te werken was toeval, lector worden is ambitie. Vanaf dat ik studeerde aan de HZ was het mijn doel om onderzoeker te worden en dan is lector of professor het hoogst haalbare.

Wat heb je geleerd van je voorganger?

Hans: Niels (Groot) heeft niet alleen een uitgebreid netwerk maar ook een enorm goed geheugen. Hij kent daardoor heel veel mensen en weet bovendien ook waar ze zich mee bezighouden. Ik weet niet hoe hij dat doet en ik kan dat niet. Wat ik van hem geleerd heb is heel kalm te blijven. Ik heb Niels zelden in de stress gezien.

Jasper: Ik heb heel veel van Jouke (Heringa) geleerd, vooral hoe het gesprek te voeren met de bedrijven. Hij was geen lector maar coördinator. We zijn trouwens ook perioden zonder lector geweest. Van de lectoren Klaas Timmermans en Aad Smaal heb ik geleerd om beter aansluiting te maken bij de wetenschappelijke wereld.

Wat ga je anders doen?

Hans: Ik wil meer inhoudelijk betrokken zijn bij de dingen die spelen in de onderzoeksgroep. Dat lukte Niels minder goed, omdat hij maar een dag per week op de HZ was. Maar ik merk nu al dat het lastig wordt, omdat ik veel tijd kwijt ben aan de mensen en projecten buiten de HZ.

Jasper: Mijn voorgangers waren maar voor één dag in de week aangesteld, waardoor ze minder connectie konden maken met het team. Ik wil het team meer meenemen in de ontwikkelingen die er zijn, waarbij ik moet opletten om de nieuwe coördinator niet in de wielen te rijden.

Hoe zie je de onderzoekscultuur van de HZ?

Hans: Toen ik hier kwam waren Wim Brouwer en Anja de Groene de enige lectoren. De HZ was een pure onderwijsinstelling. Er zijn nog maar weinig mensen uit het onderzoek van die tijd die hier nog werken. Alle nieuwe mensen zijn meegegaan in de onderwijs-onderzoekscultuur en vinden dat normaal. Maar ik heb het dus heel sterk zien veranderen. En ik denk dat we het goed doen.

Jasper: Vergeleken bij universiteiten zijn we nog niet zo lang bezig. We gaan stapje voor stapje de goede richting uit. We lopen in het domein techniek wel voorop, maar ik ben ongeduldig, zoals ik al zei, en ik vind dat het best wel sneller mag gaan.

Wat moet de HZ doen zodat je het naar je zin hebt?

Hans: De HZ moet duidelijke, heldere keuzes maken in onderzoeksthema’s en daaraan vasthouden. Niet na drie jaar weer andere speerpunten definiëren. En daarnaast moeten we heel scherp blijven en kijken wat er in de omgeving gebeurt om het onderzoek daarop af te stemmen.

Jasper: De onderzoekers en de coördinatoren moeten nog te veel procesmatig werk doen rond de projecten, wat ze niet willen of niet eens kunnen. We worden wel juridisch en financieel ondersteund, maar dat zou beter moeten, bijvoorbeeld door iemand die het organisatorisch deel van een project begeleidt. Een paar jaar geleden hadden we een projectenbureau, maar dat werk is weer bij de onderzoekers terechtgekomen.

Welke taak van je werk zou je liever aan een ander overlaten?

Hans: Het is gek om nu te zeggen, maar ik houd niet van interviews. Laatst gaf Mireille Martens een interview aan Omroep Zeeland over een project bij een bierbrouwer. Ik heb dat graag aan haar overgelaten. En bovendien deed ze het heel goed. Verder heb ik gelukkig al veel operationele taken aan de nieuwe coördinator Emma (McAteer) overgedragen, zoals jaarverslagen en functioneringsgesprekken. Ik heb daar niet veel mee; ik houd me liever met de inhoud bezig.

Jasper: We zijn nog op zoek naar een coördinator, aan wie ik zo snel mogelijk de financiële en administratieve taken wil overdragen en waarvan ik hoop dat hij of zij daar wel blij van wordt.

Wat lees je liever: een studentenscriptie of een wetenschappelijk artikel?

Hans: Ik heb geen voorkeur, bij beide kom je soms dingen tegen die je verrassen.

Jasper: Eigenlijk een studentenscriptie, maar omdat ik vaak bij het onderzoek betrokken ben geweest en ik weet wat erin staat of zou moeten staan, dan toch liever een wetenschappelijk artikel, omdat ik daar nieuwe dingen van leer.

Waar sta je over vijf jaar? En waar staat de onderzoeksgroep dan?

Hans: Ik hoop dat de zelfstandige positie van hbo-lectoren tegen die tijd breder wordt erkend en dat we niet meer gezien worden als tweederangs professor. Zo maakte ik laatst mee bij een promotie dat men niet wist wat het woord ‘lector’ in het Engels moest zijn.

Jasper: Ik hoop dat de wetenschappelijk fundament van ons onderzoeksveld, de laag-trofische (extensieve) aquacultuur, dan steviger staat. De onderzoeksgroep is dan niet per se groter, maar wel anders van samenstelling, dat wil zeggen meer senior-onderzoekers met allemaal hun eigen specialisme. Verder hebben we dan meer aansluiting bij het onderwijs, bijvoorbeeld in de nieuwe masters die het Delta Kenniscentrum gaat ontwikkelen.

Welke goede raad geef je jezelf?

Hans: Blijven lachen! Mijn humeur niet laten verpesten door maatschappelijke ontwikkelingen die me tegenstaan, zoals de manier waarop we hier in de EU met vluchtelingen omgaan.

Jasper: Vaker tot tien tellen, minder eigenwijs zijn. Af en toe de waan van de dag loslaten en tijd hebben om nieuwe dingen te bedenken.

Welke goede raad heb je voor je collega Jasper/Hans?

Hans: Aquacultuur was heel goed in de aansluiting van het onderwijs en dat zijn ze een beetje kwijtgeraakt. Ik raad hem aan om dat weer op te pakken.

Jasper: Hans is een pure wetenschapper die moet blijven doen wat hij graag doet, namelijk onderzoeken. Hij moet niet in een positie terechtkomen waarbij hij zijn persoonlijke ambities onvoldoende kan waarmaken.

Welke vraag had je verwacht en graag willen beantwoorden?

Hans: De interviewer kennende wist ik dat het alle kanten op kon; ik heb me dus niet ingesteld op bepaalde vragen.

Jasper: Ik had me ingesteld op een inhoudelijk gesprek, maar dit is minstens zo leuk.