In september zwaait Toine Smits officieel af als lector Circular Economy and Water Resources Management bij Van Hall Larenstein in Leeuwarden en hoogleraar Sustainable Water Management aan de Radboud Universiteit in Nijmegen. Vanwege zijn pensioen heeft hij eerder dit jaar al afscheid genomen als voorzitter van het Lectorenplatform Water. Toch is hij nog niet helemaal weg. In samenwerking met Delta Platform is hij nog nauw betrokken bij de voorbereidingen voor het Waterspektakel.

Naast de organisatie van dit evenement in het voorjaar van 2022, waar het hbo als onderzoeksinstituut op het gebied van water in de schijnwerpers staat, wil hij de komende tijd niet te veel doen qua onderzoekswerk. Toine Smits wil namelijk zijn huis verbouwen. “Na je 70e ga je die fysieke inspanningen niet meer doen. Daarom wil ik de komende vier jaar vooral veel timmeren, zagen en schilderen. Ik heb in mijn leven bijna altijd met mijn neus in de boeken gezeten. Nu het nog kan wil ik die andere zintuigen en spieren gebruiken. Ik kan dan altijd nog wel een proefschrift nakijken en een project afronden.”

Tijdens de verbouwingswerkzaamheden is hij af en toe nog de wetenschapper die hij altijd is geweest. “Ik leg in mijn tuin een geluidswal aan van oude, omgevallen bomen. Circulair. Dat hout blijkt gigantisch goed te werken, beter dan beton of grond. Er komt geen enkele geluidje doorheen. Wie weet draag ik dat nog eens aan als proefproject bij mijn oud-collega’s van de hogeschool.”

Complexe problemen

Smits gaat de intellectuele uitdagingen missen, maar de dagen van negen tot zes niet. Hij heeft tijdens zijn carrière een goede naam opgebouwd op het gebied van watermanagement. Zijn functie aan de Radboud Universiteit heeft hij de laatste vijf jaar gecombineerd met een baan als lector bij Van Hall Larenstein.

Als lector staat hij aan de basis van het Lectorenplatform. In gesprekken met Delta Platform kwam het besef dat de problemen op het gebied van water te complex zijn om deze als hogeschool alleen op te pakken. Het platform zorgt voor overleg, afstemming en samenwerking tussen de waterlectoren van de hogescholen. SIA stond en staat pal achter het plan. “Het heeft veel potentieel. Een van de doelen was om richting de NWO-fondsen te laten zien dat we bestaan.”

Landschapstypen

Dat lukte met een voorstel voor een living lab in Indonesië. Uiteindelijk kwam daar eenzelfde aanpak voor Nederland uit voort. Er zijn nu vier living labs in Nederland. Dat moeten er zes worden, voor elk landschapstype één: de stad, het rivierenlandschap rond Arnhem en Nijmegen, de Zuidwestelijke Delta, het agrarische landschap in Friesland, de Waddeneilanden en de gebieden rondom het IJsselmeer.

Smits omschrijft de living labs als plekken waar ‘multidisciplinaire teams werken aan oplossingen voor complexe, gebied gebonden vraagstukken’. De deelnemers verbinden zich voor een lange tijd aan elkaar, tussen de vijf en tien jaar. Onderling moeten de labs ook samenwerken. “Een lector in Friesland kan een beroep doen op bijv. de kennis van aquacultuur in Zeeland. Andersom kan iemand van de HZ University of Applied Sciences om hulp vragen als het om circulaire landbouw gaat. We moeten elkaar helpen om de grote problemen de baas te kunnen.” Om van een living lab een succes te maken zijn er voorwaarden: “Als deelnemer moet je in het begin willen investeren om er later profijt van te hebben. In de landbouw moet je ook eerst zaaien voor je kan oogsten. Ook heb je een positieve instelling nodig. Aan treurwilgen en sleepankers heb je niets. Natuurlijk zijn er problemen, natuurlijk zijn er hindernissen en die zijn niet morgen opgelost. Je moet mensen hebben die daar mee kunnen omgaan en de juiste drive hebben.”

Meer uitventen

Smits kijkt tevreden terug op zijn jaren aan het hbo, maar vindt dat er nog veel werk aan de winkel is. “Er zijn weinig mensen die beseffen wat voor prachtigs er aan praktijkgericht onderzoek gebeurt op hogescholen. We moeten dat veel meer uitventen.” Het Waterspektakel is een mooie kans. “Ik wil het hbo dan goed neerzetten, bijvoorbeeld met tweedaagse conferenties op verschillende plaatsen in onze delta. Dat is in lijn met onze living labs-aanpak. Uitdagingen en opportunity’s moet je regionaal adresseren en oppakken. Dan benut je het menselijke en natuurlijke kapitaal het beste. Het hbo is daar hartstikke goed in.”

Hij gelooft heilig in de kracht van het hbo als onderzoeksinstituut. “Wij staan van oudsher middenin de samenleving en bieden ondersteuning aan ondernemers, beleidsmakers en NGO’s. Voor de korte en middellange termijn is het hbo van enorm belang. Het wo is er meer voor de lange termijn. Het hbo raapt alle nieuwe inzichten en kennis bij elkaar en bakt daar koek van, zodat inwoners en ondernemers er meteen iets aan hebben.”